In deze tijden van Corona, verduurzaming en BlackLivesMatter is geschiedenis het mooiste vak om te geven vertelde een enthousiaste docent laatst op TV. Sinds 6 juni 2020 is Houtzaagmolen de Ster weer open voor rondleidingen en kunnen we – met gepaste maatregelen – onze verhalen over deze fantastische windmachine weer vertellen. Dat vraagt wat extra verbeelding, want noodzakelijk onderhoud aan de fokken kan pas in augustus plaatsvinden en tot dat moment is draaien niet verantwoord. Onze ambitie om het verhaal van de molen beter aan kinderen te kunnen vertellen wordt aangeblazen door een inspirerend ontwerp van Sara Sherzad. Zij is naast rondleider ook bezig met de molenaars en houtbewerkers om een beleeftafel te ontwerpen waaraan de kinderen zelf kunnen draaien! Doen is leren.
Zelf vind ik een van de meest verrassende verhalen de historie van de molen in het teken van energietransities. Zwaar werk doen met behulp van de wind, als hernieuwbare bron. Dat doet onze houtzaagmolen, van wieken naar bovenbonkelaar, via koningsspil, krukwiel en krukas naar kolderstokken en zaagraam. Drie eeuwen later, na transities in energiebronnen als kolen en olie, zijn we weer terug bij de wind. Maar nu heel anders. Stoommachines en verbrandingsmotoren, ooit toonbeelden van vooruitgang, moeten we vanuit het heden misschien wel ‘Verschlimmbesserungen’ noemen, zoals de Duitsers dat zo fraai zeggen.
Achteloos schrijf ik ‘draait de JP Coenbrug op’ bij de foto uit 1945. Zal die brug straks nog zo heten? Of wordt het de Anton de Kombrug? Nieuw in de Canon van de geschiedenis, en omgekomen in Neuengamme, nadat hij was opgepakt als verzetsstrijder. Omgekomen op 24 april 1945, twee weken voor deze foto…
En dan de JP Coenstraat de historische naam laten behouden, en goed uitleggen wat hij heeft gedaan. Geschiedenis laat zich niet wegpoetsen, wat geweest is dat blijft. Wat verandert is hoe wij er op terugkijken. En van leren…
Kaspar Hanenbergh